Op een vaststellingsovereenkomst met Justitie ben ik als cipier, vele jaren eerder met pensioen gegaan. Daar ging wat papierwerk aan vooraf. Papieren waaruit bleek dat ik meermaals bewust beloond geweest ben. Dat was niet voor niets. Ik heb in mijn jaren als cipier oog in oog gestaan met boze boeven die een mes in handen hadden. Geen theorie uit boeken, geen rollenspel met collega’s, geen zachte of houten oefenwapens uit onze dojo’s. Echte situaties. Echte messen. Echte dreiging.

In de dienstsport leerden wij ons als cipiers verdedigen tegen aanvallen met snij- en steekwapens, ongewapend én met de korte wapenstok. We trainden serieus, vaak met elkaar, soms zelfs ‘life blade’: met een écht mes. Zodra er weer een pleister op iemands onderarm moest omdat die per ongeluk geraakt was, zeiden we: ‘krassen’. Sommige van die ‘krassen’ zijn nu nog (vaag) zichtbaar op mijn onderarmen. Vooral op mijn rechteronderarm omdat ik een rechtshander ben en dat de arm is die tegenstanders aanvallen om zichzelf te verdedigen. We noemden het ‘krassen’. Alsof het niks was. Maar dat was het wel. Want elk ‘krasje’ was een waarschuwing: dit gaat mis als het geen training is. In een échte confrontatie loopt het altijd anders. Mis. Faliekant mis.

Dat ik boze boeven hun messen afgepakt heb klinkt stoer, maar is niets voor mooie verhalen. Daar sprak ik destijds niet over. Alleen de collega’s die erbij waren weten ervan én de directie want dat staat op papier. Ongewapend een tegenstander met een mes tegemoet treden is levensgevaarlijk. Je raakt gewond. Je overleeft het misschien, maar niet zonder littekens. Letterlijk of figuurlijk. Dat deed ik daarom nooit. Wat deed ik wél? Vanaf midden jaren 90 werd de korte wapenstok bij cipiers afgenomen terwijl onze grijze dienstbroeken daar nog een speciale zak voor ingenaaid hadden. Hierdoor werd ongewapende zelfverdediging tegen aanvallers met snij- en steekwapens ons bijna opgelegd. Dat deed ik dus nooit. Ik pakte gewoon alles dat ik gebruiken kon en dat in de buurt lag. Of ik ging naar een buurman en leende bij hem zijn ijzeren ontbijtmes om ermee naar de boze boef terug te keren. Nou, diens enthousiaste agressie verdween als sneeuw voor de zon!

Het stoort mij dat mensen nog steeds denken dat je met wat zelfverdedigingstraining een mesaanvaller ONGEWAPEND uitschakelt. De realiteit? 9 van de 10 keer leidt dit tot ernstig letsel of erger. Zelfs getrainde professionals raken gewond. Of erger. Een mes doet altijd pijn, een mes richt altijd schade aan. Niet alleen fysiek maar ook mentaal. Die schade wordt onderschat en kunnen wij niet mee omgaan. Zelf heb ik overigens nergens last van, niet van de krasjes en niet van het gebeuren. Waarom niet? Omdat het altijd mijn eigen beslissing was dit risico te nemen. “Geen alarm, geen rode knop, niet de meldkamer inlichten en geen portofoon’ zei ik in zulke gevallen tegen mijn collega. Dit klusje ging ik zelf klaren. Er waren collega’s die na zo een ‘geweldsincident’ (zo heet dat op papier) nooit meer met mij wilden werken. Die ruilden hun diensten daarna altijd weg. Dat mag, maar ik liep nooit weg.
#mesaanval #zelfverdediging #realiteit #gevaar #messen #wapen #wapenstok #cipier #ervaring #lifeblade #dienstsport #Boef #zelfverdediging #realistischezelfverdediging #letsel #bijlmerbajes

Vergelijkbare berichten